Interview met Mirjam de Jong en Mark Haverkort

Mirjam en Mark zijn naast MRMI course directors ook ATLS en HMIMS instructeur / course director bij ALSG.

En nu we toch in Utrecht zijn kunnen we ze mooi even wat vragen stellen!

  1. Welke doelgroep is welkom op deze cursus?
    Alle mensen die betrokken zijn bij grootschalige incidenten, denk aan:
    Ambulance- en meldkamer medewerkers, leden van de raad van bestuur, brandweer, politie, verpleegkundigen, anesthesiologen, spoedeisende hulp artsen, chirurgen, MMT-artsen, intensivisten, secretariaatsmedewerkers, managers, crisis-coördinatoren en medewerkers van defensie.

    Sommige beroepsverenigingen verplichten hun leden om de cursus te doen, maar de meeste deelnemers doen het omdat ze een rol hebben in het Zirop.

    Óf ze schrijven zich in omdat steeds meer mensen zich realiseren dat het nodig is om je voor te bereiden op rampen.

  2. Hoe hebben jullie deze cursus leren kennen?
    De cursus is door traumachirurg Mike Bemelman naar Nederland gehaald. Wij hebben het systeem van de cursus omgebouwd naar Nederlandse maatstaven. Vooral het prehospitale deel is grondig aangepast. Zelf hebben wij de cursus als cursisten in Madeira gevolgd. Daarna zijn we als instructeurs ingezet in Parijs, Stockholm, Oslo en Milaan. Mark is recent instructeur geweest bij de MRMI in Slovenië. Daar heeft hij kennisgemaakt met een vernieuwing van het systeem in de vorm van een app die voor Nederland ook interessant kan zijn. Ook in andere landen leerden we wel dingen die we in Nederland hebben ingezet of die we juist niet willen gebruiken. Een ellenlange evaluatie (3 à 4 uur!) past niet bij de Nederlandse manier van lesgeven. We maakten de evaluatie gestructureerd en kort.

    Verder hebben wij de borden waaraan gewerkt wordt compleet vernieuwd naar het Nederlandse systeem.
    Nog steeds hebben we enkele keren per jaar een internationale bijeenkomst (soms fysiek, soms online) waarin ideeën en ervaringen worden uitgewisseld. De andere landen hebben een 3-daagse cursus. Wij hebben in Nederland een e-learning gemaakt en hebben daardoor het programma kunnen comprimeren tot 2 dagen. Dankzij de e-learning beginnen alle cursisten vanuit dezelfde beginsituatie.

    Sowieso wordt er in Nederland meer gekeken naar het leerproces. Wij stellen hoge eisen aan onze instructeurs die allemaal de GIC (generic instructor course) moeten doen.

  3. Wat leren cursisten in deze cursus?
    Het is een ketentraining en compleet anders dan het dagdagelijkse werk van de meeste deelnemers. Je leert wat een ander ketenonderdeel van je nodig heeft en wat jij van hen wilt weten. Deelnemers leren in onze cursus ook bewust om te gaan met resources en ze leren mens en materiaal efficiënt in te zetten.

    Communicatie is hierbij heel belangrijk, cursisten zien ter plekke wat er gebeurt als er onduidelijke of onware informatie verspreid wordt. Ze leren om dezelfde en duidelijke taal te spreken.

    Leerdoel en slogan van deze cursus is niet voor niks gekozen: ‘Do the most for the most!’

  4. Waarom is de MRMI cursus zo hard nodig voor Nederland?
    Doordat Nederland een efficiëntie-slag heeft gemaakt en het zorgpersoneelbestand heeft ‘uitgedund’ is er weinig extra capaciteit als er een groot incident is. Dus je moet kunnen improviseren en weten hoe je je middelen en mankracht inzet.

    Bovendien is er momenteel oorlogsdreiging in de wereld en de natuur is een onstabiele factor met mogelijk rampzalige gevolgen.